Met uitzondering van de artikelen 32 tot en met 35 kunnen de lidstaten ervoor kiezen deze richtlijn geheel of gedeeltelijk niet toe te passen op IBPV's die op hun grondgebied geregistreerd zijn of een vergunning hebben verkregen en die pensioenregelingen uitvoeren die tezamen in totaal minder dan 100 deelnemers tellen. Onverminderd artikel 2, lid 2, wordt dergelijke IBPV's niettemin het recht verleend deze richtlijn vrijwillig toe te passen. Artikel 11 kan alleen worden toegepast indien alle overige artikelen van deze richtlijn van toepassing zijn. De lidstaten moeten artikel 19, lid 1, en artikel 21, leden 1 en 2, toepassen op IBPV's die op hun grondgebied geregistreerd zijn of een vergunning hebben verkregen en die pensioenregelingen uitvoeren die tezamen in totaal meer dan 15 deelnemers tellen.
De lidstaten kunnen ervoor kiezen een van de artikelen 1 tot en met 8, artikel 19 en de artikelen 32 tot en met 35 toe te passen op instellingen waarbij de bedrijfspensioenvoorziening geschiedt krachtens het nationale recht en door een overheidsinstantie wordt gegarandeerd.